REHABOOM

De Rehaboom is een methodische aanpak in de sportrevalidatie. De Rehaboom heeft drie verschillende takken: kracht, snelheid en uithoudingsvermogen. Verschillende energie systemen worden gesorteerd op belastbaarheid. Volgens de Rehaboom moet je al deze energie systemen doorlopen om optimaal te revalideren en bijvoorbeeld weer wedstrijden te kunnen spelen.

 

Kracht:

Krachtuithoudingsvermogen (extensieve herhalingsmethode)

Meest aërobe vorm van alle krachtbelastingen.

Doel: de aërobe basiskracht te vergroten.

Aantal herhalingen: 15-30

Intensiteit: 20-40% van het 1RM (1RM = 1 maximale repetitie)

3-4 series met 1’ pauze (1’ = 1 minuut)

supercompensatietijd: 12-24 uur

 

Hypertrofie (methode bodybuilding)

Doel: doorsnede spier vergroten.

Aantal herhalingen: 8-12

Intensiteit: 60-75% van het 1RM

4-6 series met 2 tot 3’ pauze

supercompensatietijd: 48 uur

 

Maximale kracht (rekruteringsmethode)

Doel: rekruteren in KG ( basis voor snelheid)

Aantal herhalingen: 1-6

Intensiteit: 75-100%

4-6 series met 2 tot 3’ pauze

Supercompensatietijd: 48 uur

 

Supra maximale kracht (retrogravity-methode)

Doel: krachtbarrière doorbreken, vorm is gericht op excentrische fase van de oefeningen. De revalidant word met een concentrische fase tegen de zwaarte kracht in geholpen. Zelfstandig voert hij/zij de excentrische fase uit in 3-5”

Aantal herhalingen: 2-5

Intensiteit: 105-120% van 1RM

3-4 series met 2 tot 3’ pauze

Supercompensatietijd: 48-72 uur

Dit is slechts bij een oefening uitvoerbaar

 

 

Snel kracht (snelkrachtmethode)

Doel: rekruteren in tijd

Aantal herhalingen: 10 in 10 seconden

Intensiteit: 60-70% 1RM

4-5 series met 2 tot 3’ pauze

Supercompensatietijd: 48-72 uur

 

Explosieve kracht (explosieve kracht methode)

Doel: rekruteren met maximaal vermogen

Aantal herhalingen: 7 in 5 seconden

4-5 series met 2 tot 3‘ pauze

Supercompensatietijd: 48-72 uur

 

 

 

Krachtimitatie (veelzijdig doelgericht krachtmethode)  

Doel: omzetten van algemeen naar specifiek

Aantal herhalingen: 5-10

Intensiteit: < 15% 1 RM

3-4 series met 2 tot 3’ pauze

Supercompensatietijd: 24-48 uur

 

Specifieke kracht (wedstrijd specifieke krachtmethode)

Doel: vergroten specifieke kracht

Aantal herhalingen: 3-5

Intensiteit < 10% 1RM

3-4 series met 2 tot 3’ pauze

Supercompensatietijd 48-72 uur

 

Plyometrie (maximale prestretchmethode)

Doel: aangaan maximale pre stretch

Aantal herhalingen 3-5

Intensiteit: < 5% 1RM

3-4 series met 2 tot 3’ pauze

Supercompensatietijd 48-72 uur

 

Complex kracht (transfermethode)

Doel: transfer van algemeen naar specifiek

Aantal herhalingen: 3-5

Intensiteit variabel

3-4 series met 2 tot 3’ pauze

Supercompensatietijd 48-72 uur

 

 

Uithoudingsvermogen:

 

Aerobe capaciteit

Intensiteit: 80-90% anarobe drempel

Supercompensatie: 12-24 uur

Hartslag gemiddeld <160

 

Aeroob vermogen

Intensiteit: 90-100 % anarobe drempel

Supercompensatie: 12-24 uur

Hartslag hoger dan bij aerobe capaciteit

 

Lactische capaciteit

Intensiteit: 100-110% maximale snelheid

Supercompensatie: 48-72 uur

 

Alactische capaciteit

Intensiteit: 90-95% maximale snelheid

Supercompensatie: 48-72 uur

 

Alactisch vermogen

Intensiteit: 95-100% maximale snelheid

Supercompensatie: 48 uur

 

Lactisch vermogen

Intensiteit: 85-90% maximale snelheid, 110-120% anarobe drempel

Supercompensatie: 48-72 uur

 

 Snelheid:

 

loop ABC

Lage intensiteit, loopscholing.

Bijvoorbeeld speedladder knie heffen.

 

sprong ABC

Trainen op sprongkracht

 

Acyclische snelheid

Korte sprints zig zag

Intensiteit: 100%

Supercompensatie: 48 uur

 

Cyclische snelheid

Lange sprints recht uit

Intensiteit: 100%

Supercompensatie: 48 uur voor spierweefsel

 

Complex method

Training in samensmelting van kracht en snelheid

Intensiteit: 100%

Supercompensatie: 48 uur voor spierweefsel

 

Variabele method

Training bevat drie tal vormen:

  1. Weerstandsprints (met weerstand zoals: kleine parachute rond de middle
  2. Supramaximale sprints (met hulpmiddel zoals: elastiek)
  3. Vliegende sprints (sprint in de loop)