Een casus is een uitgeschreven verslag van de revalidatie vanaf het trauma tot aan de volledige herstel. In de casus word er een situatie beschreven en word er stap voor stap beschreven wat er gedaan moet worden om de revalidatie zo goed mogelijk te doorlopen.

 

Casus:

Wat voor krachtraining ga je geven aan iemand met een hamstring

letsel graad 2. Persoon heeft als doel weer rugby wedstrijden te gaan spelen.

 

 

Hamstring letsel

 

Graad 1:

Er is sprake van een kleine beschadiging. Krachtverlies is niet goed zichtbaar.

Symptomen:

Minimale zwelling, hamstring geeft licht verkrampt gevoel, buigen van knie geeft oncomfortabel gevoel.

 

Graad 2:

Meer ernstige spierscheuring maar nog geen totale spierscheur. Krachtverlies is zichtbaar.

Symptomen:

Duidelijke zwelling, oprekken hamstring veroorzaakt pijn, buigen knie met lichte weerstand is pijnlijk, drukgeven op spier is oncomfortabel.

 

Graad 3:

Er is sprake van een totale spierscheur.

Symptomen:

Spier zal bij aanspannen eenzijdig opbollen, lopen is vrijwel onmogelijk, pijn bevindt zich in een uitgebreid gebied, zwelling is vrijwel meteen zichtbaar.

                                                 

 

 0-3 dagen

 

Aërobe capaciteit trainen met a specifieke bewegingsvorm zoals fietsen, roeien of cross trainer. Hardlopen is op dit moment nog te belastend voor de hamstring. Verder is het belangrijk om de bloedcirculatie te bevorderen. Denk aan massage en actief bewegen. De buikspieren en de rest van het bovenlichaam mag je vanaf dag 1 na het trauma trainen. De 3e en 4e dag mag de patiënt rekken binnen de pijngrens.

 

Dag 5-14 (week 1-2)

 

In de eerste 2 weken gaat de patiënt krachttrainen op krachtuithoudingsvermogen. In de eerste week voornamelijk in gesloten ketens. UHV wordt op aërobe capaciteit en vermogen getraind.

 

Krachtuithoudingsvermogen

Doel van krachtuithoudingsvermogen is de basiskracht vergroten. Intensiteit is 20-40% van 1RM. Supercompensatie is 12-24 uur.

 

Trainen binnen de pijngrens. Full range of motion is belangrijk omdat zo de hele spier getraind wordt. Verder houdt de patiënt rekening met de reactie na de training en de reactie de dag er na. Bij pijn aan het letsel wordt de oefening in een lichtere vorm uitgevoerd.

 

De eerste week krachttraining in gesloten ketens. Voorbeeld is een leg press in plaats van een squat 90 graden of een seated leg curl in plaats van een standing leg curl. Het is belangrijk dat tijdens deze oefeningen de patiënt de oefening met optimale coördinatie uitvoert. Patiënt moet aanvoelen wanneer krachttraining benen in open ketens kan.

 

aërobe capaciteit

Patiënt traint conditie op aërobe capaciteit en vermogen. Aëroob wil zeggen met zuurstof zonder melkzuur, met dit energie systeem kan de patiënt langere afstanden afleggen zonder te verzuren. HF is op 80-90 % van de anaerobe drempel, dat wil zeggen dat je net niet verzuurd tijdens de training. De anaërobe drempel is dus de overgang van zuurstof naar melkzuur. Supercompensatietijd is 12 tot 24 uur.

 

Er wordt een opbouw gemaakt naar rennen. De patiënt begint eerst met de hometrainer, crosstrainer en roeien. Gaat dat goed, dan gaat de patiënt op de trampoline en daarna op de dikke mat uithoudingsvermogen trainen. Als de patiënt alle vormen pijnloos heeft doorlopen mag de patiënt rennen.

 

Loopscholing/coördinatie kan op de juiste intensiteit getraind worden. De Intensiteit wordt aangepast op de reactie van het letsel.

 

 

Dag 14-21 (week 3)

 

In week 3 mag de patiënt krachttrainen op hypertrofie. UHV wordt op lactische capaciteit getraind.

 

 

Hypertrofie

 

Hypertrofie heeft als doel de doorsnede van de spier te vergroten. Intensiteit is 60-75% van 1RM. Supercompensatietijd is 48 uur.

 

Patiënt traint binnen de pijngrens met een specifieke ROM. Dat betekend dat de oefeningen specifiek voor een spier bedoelt zijn, in dit geval de hamstrings. Belangrijk om ook rekening te houden met de reactie na de training en de volgende dag. Bij pijn of slechte reactie na de training de intensiteit omlaag. Ging het vorige schema goed (krachtuithoudingsvermogen) dan blijft de patiënt daar langer op trainen. Patiënt mag in open ketens trainen binnen de pijngrens. In deze periode is de normalisering erg belangrijk.

 

 

 

Lactische capaciteit

Lactische capaciteit wordt in deze periode getraind. Afstanden van 600 meter naar korter 150 meter. Afstanden worden met 80-85 % van de maximale snelheid gerend. Supercompensatie is 48-72 uur. Lactische capaciteit heeft als doel volhouden van presteren tijdens verzuring van de spieren.

 

Loopscholing/coördinatie kan op de juiste intensiteit getraind worden. Intensiteit wordt aangepast op de reactie van het letsel.

 

 

 

 Dag 21-28 (week 4)

 

De patiënt gaat een of twee keer trainen op maximale kracht. Als de patiënt last krijgt bij de eerste keer maximale kracht, dan traint de patiënt de volgende training weer op krachtuithoudingsvermogen. Bij de 3e training gaat de patiënt sowieso weer op krachtuithoudingsvermogen. De patiënt gaat UHV op alactische capaciteit trainen.

 

 

maximaal kracht

Maximale kracht heeft als doel rekruteren in kg. De intensiteit is 75-100% van 1RM. Supercompensatietijd is 48 uur.

 

Maximaal kracht wordt pas getraind als in week 1, 2, en 3 krachtuithoudingsvermogen en hypertrofie goed ging en er normalisering in de oefeningen is. Normalisering is de oefening juist kunnen uitvoeren, hoe de patiënt de oefeningen deed voor het trauma.

 

Alactische capaciteit

Patiënt gaat trainen op alactische capaciteit, alactisch betekend zonder melkzuur. Bij dit systeem geld van langere naar kortere afstanden, van rechtdoor naar zigzag en wenden en keren. Je gebruikt meer dan 90% van je maximale snelheid. Supercompensatie is 48 uur. Dit systeem is een overgangstraining naar een meer sport specifieke training voor rugby. Bij rugby maak je tijdens een wedstrijd meer kortere explosieve sprintjes. En moet je vaak uit stilstand in een keer versnellen naar maximale snelheid.

  

 

 

Dag 28-35 (week 5)

 

In week 5 gaat trainen op snelkracht. Snelkracht wordt een keer in week 5 getraind. De rest van de trainingen worden op krachtuithoudingsvermogen getraind. UHV wordt getraind op alactisch vermogen.

 

 

Snelkracht

Het doel van snelkracht is rekruteren in tijd. De intensiteit is tussen de 60-70% van 1RM. Supercompensatietijd is 48-72 uur.

 

 

Snelkracht is al meer sport specifiek voor rugby. Tijdens een wedstrijd moet je snelle bewegingen maken met je bovenlichaam en je benen. Deze krachttraining methode wordt voor deze patiënt gezien als overstap naar explosieve kracht. Explosieve kracht is namelijk de belangrijkste vorm van krachttraining bij een rugbyer.

 

 

alactisch vermogen

Patiënt gaat trainen op alactisch vermogen. Intensiteit is 95-100% van de maximale snelheid. Supercompensatie is 48 uur. Het doel van deze methode is het maximaal uitputten van de fosfaatpool. De fosfaatpool is de voorraad van ATP en CP in je lichaam. Deze vorm van uithoudingsvermogen is de meest belangrijke vorm in rugby. Op korte afstanden explosief versnellen is belangrijk.

 

 

Dag 35-42 (week 6)

 

In week 6 gaat de patiënt trainen op explosieve kracht. Ook blijft de patiënt terug vallen op krachtuithoudingsvermogen. Plyometrie wordt in deze week getraind.

 

 

Explosief kracht

Het doel van explosieve kracht is rekruteren met maximaal vermogen. Intensiteit is 30-40% van 1RM. Supercompensatie is 48-72 uur.

 

Patiënt valt ook weer terug op krachtuithoudingsvermogen.

Het is namelijk niet verstandig om alleen maar op explosief kracht te trainen.

Krachtuithoudingsvermogen is een methode wat minder zwaar is voor de hamstring.

 

Het is dus een veiligere vorm van trainen. Een rugby speler moet veel explosieve bewegingen maken. Tackelen inlopen en versnellen moet allemaal zo explosief mogelijk. Daarom wordt explosief kracht getraind.

 

 

Plyometrie

Doel van plyometrie is het aangaan van de maximale pre stretch. Intensiteit is < 5% van 1RM. Supercompensatietijd is 48-72 uur.

 

In het rugbyveld wordt er ook wel eens gesprongen, bijvoorbeeld bij het vangen van een hoge bal of bij de line-out. Daarom is het belangrijk om deze vorm van krachttraining te trainen. Deze vorm zal samen gaan met explosief kracht.

 

Omdat deze krachtmethodes best belastend kunnen zijn voor de hamstring wordt er in week 6 op het aëroob energiesysteem getraind.

 

 

 Dag 42-49 (week 7)

 

In week 7 word er getraind op krachtuithoudingsvermogen. Er word ook sport specifiek agility getraind.

 

krachtuithoudingsvermogen

Krachtuithoudingsvermogen word weer getraind om wedstrijd fit te worden. Je spieren moeten 80 minuten lang werken tijdens een wedstrijd. Door deze methode te trainen is de kans op blessures tijdens een wedstrijd kleiner.

 

 

 

 

Agility

Agility word getraind om de intensiteit van een wedstrijd na te bootsen. Specifieke loopvormen die je tijdens een rugbywedstrijd ook doet.